Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen geen [62]overblijfsel hebben; want Ik zal een kwaad brengen over de mannen van Anathoth, [in] [63]het jaar hunner bezoeking. 62. Dat is, niemand zal er van overblijven, zij zullen allen omkomen en uitgeroeid worden. Welverstaande, zo zij zich niet bekeren. 63. Of, [te weten] het jaar hunner bezoeking; dat is, hunner straf; alzo onder hfdst.23 vs.12, enz.